Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Al de koningen der heidenen, [56]zij allen [57]liggen neder met eer, een iegelijk in zijn huis; 56. Dat is zoveel als hunner zijn. 57. Dat is, zij zijn in eer gestorven en zijn begraven in de graven, die zij, of hunne voorouders, voor hen en voor hun huisgezin bereid hebben.